Leven

Jeugd

Joop Sjollema wordt geboren op 10 december 1900 in Groningen. Zijn vader Bouwe Sjollema is chemicus en wordt na de verhuizing in 1907 naar Utrecht docent aan de Rijks Veeartsenijschool in Utrecht. Hij levert een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling aan deze opleiding tot faculteit aan de Universiteit Utrecht, waaraan hij later ook als hoogleraar verbonden blijft. In materiele zin ontbreekt het het gezin aan niets. Sjollema geeft aan een gelukkige maar saaie jeugd te hebben gehad. Zijn moeder hield er strikte leefregels op na en zijn vader werd sterk in beslag genomen door zijn werk. Mogelijk heeft de beperkte ruimte voor speelsheid in zijn jeugd een verlangen gewekt dat mede heeft geleid tot zijn latere kunstenaarschap. Het verlangen om het kind in hem tot leven te blijven laten komen, blijkt cruciaal voor zijn levensopvatting. (Joop Sjollema 1900-1990, blz 14)

Jaren 20-50

Rijksakademie

Op het gymnasium in Utrecht raakt Joop Sjollema bevriend met Fik Abbing (1901-1955). Na zijn eindexamen wil hij graag net als zijn vriend naar de Rijksakademie gaan om zich artistiek te scholen. Zijn ouders delen deze wens niet en adviseren hem rechten te gaan studeren. Na het afronden van zijn in 1923 besluit alsnog beeldend kunstenaar te worden en schrijft zich in aan de Rijksakademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam. Richard Roland Holst die daar monumentale schilderkunst doceert, wordt een belangrijke inspiratiebron. Sjollema’s voorliefde voor dit soort kunst komt voort uit zijn ambitie ‘maatschappelijk gericht en voor ieder verstaanbaar werk te maken’. In 1928 trouwt hij met de Spaanse danseres Maria Petrelli. Zij krijgen twee kinderen: Jan (1928-1982) en Peter (1931). Het huwelijk is in 1934 ontbonden, de kinderen worden door de vader opgevoed.

Ontwikkeling Kunstenaarschap

In de jaren dertig ontwerpt Sjollema veel affiches, postzegels, boekomslagen en ex-librissen. Na de Tweede Wereldoorlog wordt hij een veel gevraagd monumentaal kunstenaar en portrettist. ‘Hij is een portrettist die uitmunt door sensibiliteit en door psychologie. Hij doorgrondt zijn sujetten en beeldt de moderne mens uit in zijn eigen vorm’, aldus de dichter en essayist Jan Engelman.

Aquarellistenkring

In 1945 wordt de Hollandse Aquarellistenkring opgericht. Vriend en schilder/aquarellist KeesVerwey (1900/1995) is de eerste voorzitter, Joop Sjollema volgt hem in 1949 op en blijft voorzitter tot 1957. De Aquarellistenkring verbindt een groep eensgezinde kunstenaars, onder wie veel kunstenaarsvrienden van Joop Sjollema, zoals Fik Abbing, Jeanne Bieruma Oosting, Rudolf de Bruyn Ouboter, Gerard Hordijk, Lex Horn, Johan Buning, Otto B. de Kat en Charles Roelofsz.

Jaren 60-90

Museum Henriette Polak

In het midden van de jaren zestig leert Joop Sjollema de gefortuneerde Henriette Polak-Schwarz kennen. Tussen hen ontstaat direct een bijzondere band en Sjollema wist haar te interesseren voor de financiering van een nieuw museum voor Nederlandse kunst, dat aansluiting zocht bij de traditie van de Nederlandse naturalistische traditie. In de ogen van Joop Sjollema en veel van zijn tijdgenoten besteden de Nederlandse musea te weinig aandacht aan dit aspect van de Nederlandse kunst. Voor dit plan richt Joop Sjollema en Henriette Polak een stichting op. In korte tijd werk een prachtige collectie bijeen gebracht. Dit betekende de start voor de huidige collectie van het Museum Henriette Polak dat in 1975 de deuren voor het publiek opende. Hier is een goed overzicht te zien van wat genoemd wordt ‘de generatie van 1900’: schilderijen van Herbert Fiedler, Kees Verwey, Otto de Kat, Wim Oepts, Jeanne Bieruma Oosting, Co Westerik en Hermanus Berserik en beeldhouwkunst van Charlotte van Pallandt, Mari Andriessen, Fred Carasso, Piet Esser, Pieter d'Hont en Han Wezelaar.

Muzikanten

Vanaf de jaren zestig exposeert Joop Sjollema regelmatig. In zijn vrije werk brengt hij de mens zowel alleen als in een groep op het doek. Henriette Polak nodigt hem regelmatig uit voor huisconcerten die zij organiseert in haar villa aan de Prinses Marijkelaan in Amsterdam. Joop Sjollema leert daar nationale en internationale musici kennen. Bovendien krijgt hij de kans om musici tijdens het spelen te tekenen en te schilderen. Muzikanten vormen een centraal thema in zijn vrije werk.

Afsluiting van zijn oeuvre

In de jaren 70 ontmoet Sjollema Magda Kuitenbrouwer-van Rees met wie een hechte relatie ontstaat en hij zijn latere levensjaren doorbrengt. Sjollema blijft schilderen en tekenen. Veel van zijn vrienden zijn inmiddels overleden, daar komen een aantal nieuwe vriendschappen met jonge kunstenaars voor in de plaats (onder wie beeldhouwers Aart Schonk en Clair van Stolk en de schilderes Suzanne van Reenen). De ziekte van Parkinson waardoor Sjollema in zijn laatste jaren gehinderd wordt, doet niet af aan zijn trefzekerheid. Zijn tekeningen zijn in deze fase van zijn leven ontdaan van iedere sierlijkheid of behaagzucht. Na een attaque overlijdt hij op 10 juli 1990.

Geraadpleegde bronnen:

Netel, Lies, Joop Sjollema, een overzicht van zijn werk 1900-1990, Museum Henriette Polak, Zutphen

Tilanus, Louk, J.S. Sjollema, tekeningen, Rotterdam 1996